Nazorg
Indien u wordt geconfronteerd met een overlijden dient er ondanks het verdriet een aantal zaken geregeld te worden. Onderstaande samenvatting helpt u bij de zakelijke afwikkeling. Het geeft een overzicht van de taken die op de schouders van de nabestaanden rusten. Hiermee kunt u stap voor stap alle zaken zo snel en prettig mogelijk afhandelen.
Heeft u hierover vragen of heeft u behoefte aan een uitgebreider naslagwerk, dan kunt te allen tijde contact met ons opnemen. Wij helpen u graag verder.
Financiële afwikkeling na overlijden
Erfgenamen
Het is allereerst belangrijk om te achterhalen of de overledene een testament heeft gemaakt. U kunt dit navragen bij een notaris of zelf informatie inwinnen bij het Centraal Testamentenregister (CTR). Zij zijn bereikbaar op werkdagen van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 13.30 uur tot 16.00 uur via telefoonnummer 0900 114 41 14. De inhoud van het testament is niet bekend bij het CTR. Daarvoor moet u zich tot een notaris wenden.
In het testament kan onder meer vastgelegd zijn wie erfgenaam is en voor welk deel. Vaak is er ook iemand benoemd die de zaken mag gaan regelen: de executeur.
Indien de overledene geen testament heeft gemaakt, bepaald de wet wie de erfgenamen zijn. Als eerste zijn dat de huwelijkspartner of geregistreerd partner en de kinderen van de erflater. Daarna volgen overige bloedverwanten. Een notaris kan u helpen om de erfgenamen te achterhalen.
Verklaring van erfrecht en de notaris
Voordat u met de afwikkeling van de nalatenschap begint, heeft u (meestal) een verklaring van erfrecht nodig. Deze akte kan enkel door een notaris worden opgemaakt. In deze verklaring staat wie de erfgenamen zijn en wie er eventueel gemachtigd is om namens de erfgenamen te handelen.
>> Vraag de verklaring van erfrecht pas aan als een instantie daar daadwerkelijk om vraagt.
Het afhandelen van zaken kort na het overlijden
Aangifte van overlijden
Uitvaartverzorging Strijbos zal het overlijden melden aan de burgerlijke stand van de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. Bij de aangifte van overlijden wordt een akte van overlijden afgegeven. Dit is een officiële verklaring die bevestigt dat iemand is overleden. Bij veel instanties, zoals een bank, hypotheekverstrekker of verzekeraar heeft u de akte nodig om te bewijzen dat het overlijden heeft plaatsgevonden om zo bepaalde zaken af te kunnen handelen. De erfgenamen worden niet in deze verklaring genoemd, dit in tegenstelling tot de verklaring van erfrecht.
De gemeente verwerkt het overlijden in de Basisregistratie Personen (BRP). Verder geeft de gemeente het overlijden in principe altijd door aan:
- De Belastingdienst;
- De Sociale Verzekeringsbank;
- Grotere pensioenfondsen;
- Pensioen- en zorgverzekeraars;
- De waterschappen;
- De RDW;
- Het CAK;
- Het UWV.
Ook relevante afdelingen binnen de gemeente worden over het overlijden geïnformeerd, zoals belastingen en financiën.
Het is uw eigen verantwoordelijkheid om na te gaan of alle instanties daadwerkelijk zijn geïnformeerd over het overlijden. Heeft u na enkele weken niets gehoord van één of meerdere instanties, neem dan zelf contact op.
Bankzaken afhandelen
Om de bankzaken van de overledene te kunnen afhandelen, moet u de bank informeren over zijn of haar dood. Elke bank heeft hiervoor eigen procedures. Informeer hiernaar bij de desbetreffende bank.
Zodra de bank over het overlijden is geïnformeerd, wordt een rekening die enkel op naam van de overledene staat veelal geblokkeerd. De pasjes, creditcards, pincodes en het internetbankieren zijn dan niet meer bruikbaar. Periodieke betalingen en automatische incasso’s worden eveneens stopgezet. U kunt alleen de noodzakelijke betalingen zoals huur, gas, water en licht nog via deze rekening doen. Wilt u de rekening deblokkeren, dan heeft u mogelijk een verklaring van erfrecht nodig (informeer hiernaar bij de desbetreffende bank).
Bij een en/of-rekening wordt de rekening zelden geblokkeerd. De persoon waarmee de overledene de en/of-rekening had, kan in principe geld blijven opnemen met zijn of haar eigen pasje. De pasjes, creditcards en pincodes van de overledene zijn echter niet meer bruikbaar. Om de tenaamstelling van de rekening te laten veranderen heeft u mogelijk een verklaring van erfrecht nodig (informeer hiernaar bij de desbetreffende bank).
Instanties informeren
Als de overledene een baan in loondienst had, moet u zijn of haar werkgever informeren. Volgens de wet heeft de achterblijvende partner van de overledene recht op een overlijdensuitkering van de werkgever.
Had de overledene geen baan meer, maar wel een uitkering, AOW-uitkering of ANW-Nabestaandenuitkering, dan informeert de gemeente de desbetreffende uitkeringsinstanties. Het gaat om:
- De gemeente van de overledene voor de bijstandsuitkering;
- Het UWV voor een uitkering op grond van de WW, ziektewet, WAO, WIA, WAZ of Wet Wajong;
- De SVB voor AOW, ANW, WUV of Wubo-uitkering;
- De grotere pensioenfondsen.
Het afhandelen van zaken die u enige tijd na het overlijden kunt afhandelen
Opzeggingen en wijzigingen
Naast alle instanties eerder genoemd, moeten ook andere organisaties op de hoogte gesteld worden. Denk hierbij aan vaste leveranciers, financiële instanties, verzekeringen en goede doelen. Om te weten met welke instanties de overledene van doen had, kunt u zijn of haar bankrekening raadplegen.
Nutsbedrijven
Als de woning leegstaat, moeten de leveranciers van gas, elektriciteit en water door u geïnformeerd worden na het overlijden. Gaat het om een koopwoning, dan kunt u bij de nutsbedrijven aangeven dat de woning tijdelijk leegstaat. Is de woning verkocht, dan moet u dit doorgeven en ontvangt u de definitieve eindafrekening.
Persoonlijke leningen
Als de overledene een schuld heeft openstaan, kan de bank of kredietverstrekker deze mogelijk kwijtschelden. Of dit mogelijk is, hangt af van de kredietvorm en polisvoorwaarden.
Hypotheek
Een hypotheek loopt door na overlijden en maakt dus als schuld deel uit van het nalatenschap. Dit betekent dat de erfgenamen moeten doorgaan met het betalen van de rente en de aflossing. Het is mogelijk dat de bank de nog openstaande hoofdsom met rente opeist en de erven dit direct moeten betalen. Maar de hypotheek kan ook overgaan op de erven. Wellicht is er een overlijdensrisicoverzekering afgesloten. Informeer hiernaar bij de betreffende hypotheekverstrekker.
Verzekeringen
Sommige verzekeringen kunnen direct beëindigd worden, zoals een reis- of aansprakelijkheidsverzekering. Andere verzekeringen moeten mogelijk nog een tijdje doorlopen, zoals bijvoorbeeld een opstalverzekering of inboedelverzekering. De ziektekostenverzekeraars worden via de gemeente op de hoogte gesteld van het overlijden.
>> Let op: bij kleinere verzekeraars is dit niet altijd het geval.
Motorvoertuigen
Als er een auto of ander motorvoertuig op naam van de overledene staat, moet het kentekenbewijs worden overgeschreven op naam van de nieuwe eigenaar. U hoeft het overlijden niet direct te melden bij de RDW, dit gebeurt automatisch via de BRP.
De woning
Huurwoning
Woonde de overledene in een huurwoning? Dan moet u de verhuurder op de hoogte stellen. Indien u niet getrouwd was of geen geregistreerd partnerschap had met de overleden huurder, maar wel samen op het huurcontract staat, verandert er niets met betrekking tot het huurcontract. Indien dit niet het geval is, kan de achterblijver contact opnemen met de verhuurder met het verzoek om het huurcontract op zijn/haar naam te zetten.
Indien er niemand achterblijft in de huurwoning, eindigt de huurovereenkomst twee volle kalendermaanden na het overlijden van de huurder. Indien de erfgenamen het willen, kan dit worden teruggebracht tot één kalendermaand. De huurkosten zijn hierbij voor rekening van de erfgenamen.
Koopwoning
Als de overledene een eigen koopwoning bezat, kan het zinvol zijn om aan de notaris te vragen of de verklaring van erfrecht ingeschreven kan worden in het Kadaster. Hiermee voorkomt u een verkeerde tenaamstelling. >> Raadpleeg in deze situatie te allen tijde een notaris.
Aangifte inkomstenbelasting
Na het overlijden stuurt de Belastingdienst een F-biljet naar de erfgenamen voor de laatste aangifte inkomstenbelasting over de periode van 1 januari tot de datum van overlijden.
>> Als de overledene in het jaar van overlijden maandelijks een voorlopige teruggave ontving, dient u deze stop te zetten. Dit gebeurt niet automatisch.